Hoe omgaan met verlatings- of scheidingsangst bij kinderen?
nieuws
Een veelvoorkomende angst bij jonge kinderen is verlatings- of scheidingsangst. Rond de leeftijd van 8 maanden begint je kind voor het eerst verdrietig te reageren als vertrouwde mensen uit zijn omgeving weggaan. Deze angst is meestal het hevigst tussen 8 en 18 maanden. Je kind ziet jou weggaan, maar weet nog niet of en wanneer je terugkomt. Het voelt zich veilig bij jou en plots valt die veiligheid weg. Dat kan soms hevige reacties teweegbrengen.
Scheidingsangst komt bij ieder kind voor, maar het ene kind
reageert angstiger dan het andere. Deze angst is een voorbijgaande fase in de ontwikkeling. Bij het ene kind duurt het langer dan bij het andere kind. Scheidingsangst zal niet plots weg zijn en kan blijven tot de leeftijd van 3 jaar.
Hoe uit verlatingsangst zich bij kleine kinderen?
• In de meeste gevallen uit verlatingsangst zich doordat kinderen beginnen te huilen en/of driftig worden. Ze willen niet meer naar de opvang of willen niet meer alleen gaan slapen.
• Ook kan het kind veel moeite hebben om in te slapen of ’s nachts wakker wordt en beginnen te huilen. Ze raken alleen in slaap als een van hun ouders bij hen op bed zit, of in het slechtste geval bij hen slaapt.
Wat kunt u doen bij scheidingsangst?
Enerzijds is het belangrijk dat u begrip toont voor de paniek en emotie van uw kind. Anderzijds is het belangrijk om de situatie minder erg te maken dan hij voor het kind lijkt, en niet toe te geven aan die angsten. Als ouder moet u als reactie op de verlatingsangst van hun kind geen situaties uit de weg gaan waarin ze niet bij hun kind zijn, want dit zou nadelig kunnen zijn voor de ontwikkeling.
• Afscheid nemen is een proces dat thuis stapje voor stapje kan geoefend worden: het ritueel van naar bed gaan, alleen spelen...
• Scheidingsangst thuis kan worden verminderd wanneer de ouder niet fysiek aanwezig is in dezelfde kamer, maar wel bv. in de kamer ernaast. Nog wat rommelen, zingen,... helpt een kind over zijn angst heen: het merkt dat er toch nog iemand in de buurt is.
• Bij de overstap naar de kinderopvang, is het belangrijk om uw peuter goed voor te bereiden. U kunt bijvoorbeeld vooraf een bezoek brengen aan het kinderdagverblijf of de onthaalmoeder.
• Probeer duidelijk afscheid van uw kind te nemen als u weggaat of als u het kind achterlaat in de kinderopvang. Hoe klein het nog is, vertel waar u naartoe gaat en dat u straks terugkomt.
• Kordaat zijn maakt het afscheid draaglijker. Blijf niet treuzelen bij het afscheid. Ook al bent u zelf van streek, uw kind heeft uw vertrouwen nodig om met het afscheid om te kunnen gaan.
• Wanneer u het huis uitgaat (of het kind in een kinderdagverblijf achterlaat), moet u degene bij wie u het kind achterlaat vragen hem af te leiden.
Vanaf 4 jaar kunnen de meeste kinderen zonder veel problemen alleen of bij anderen worden gelaten. Kan dat niet, dan kan er sprake zijn van een separatieangststoornis. Kinderen met deze stoornis hebben een extreme angst wanneer zij niet bij hun ouders of opvoeders zijn. Vaak hebben ze last van heimwee en maken ze zich grote zorgen over de veiligheid en gezondheid van hun ouders. Kinderen met deze stoornis vermijden daarom situaties waarin zij van hun ouders gescheiden zijn. Ze gaan liever niet naar school of op schoolkamp en houden niet van logeerpartijtjes.
Indien dit het geval is, dan kunt u dit bespreken met uw huisarts, of met iemand van Kind & Gezin.
Meer info
www.kindengezin.be/opvoeding/opvoedingsvragen/angsten/soorten
www.groeimee.be
www.gedragsproblemen-kinderen.info/verlatingsangst
www.devoorzorg.be/antwerpen/gezond-actief/opvoeding/kleuter/kinderangsten/Pages/Scheidingsangst.aspx
www.nji.nl
www.opvoedadvies.nl/separatie.htm