5 vooroordelen over keizersnedes die wij maar al te graag de wereld uit helpen

dossier Een keizersnede is tegenwoordig een stuk normaler dan vroeger, sommige vrouwen zouden zelfs liever een keizersnede hebben, ook als het medisch gezien niet nodig is. Nochtans is het een hele operatie, en zouden de meeste mama's die een keizersnede hadden veel liever een natuurlijke bevalling gehad hebben. Hieronder vijf vooroordelen die mama's met een keizersnede maar al te graag de wereld uit helpen.

1. 'Het is makkelijker'

Een gynaecoloog heeft normaal wel een goede reden om voor een keizersnede te kiezen, het is dus zeker geen 'gemakkelijkheidsoplossing' van de mama in spe. Het blijft een zware operatie. Daarnaast komt van het geboorteplan dat ze voor ogen hadden niets in huis, en bovendien wordt hen zo de kans ontnomen om mee te maken hoe een natuurlijke bevalling verloopt.

2. 'Alles is intact 'onderaan'

Dat klopt meestal wel, maar het herstel wordt toch vaak zwaar onderschat. Zo'n wonde moet genezen, inwendig en uitwendig, en dat doet niet alleen pijn, het maakt je ook heel afhankelijk. De eerste dagen ben je helemaal niet zo mobiel, uit bed komen om te kijken naar je kindje is bijvoorbeeld helemaal geen evidentie. En de eerste zes weken mag je eigenlijk geen trappen lopen of iets tillen, omdat dan de kans bestaat dat de wonde weer opengaat. De Maxi-Cosi even in de auto plaatsen om naar de winkel te gaan? Geen goed idee.

4. 'Heel klinisch verloop'

Gelukkig zijn er in de loop van de tijd al enkele zaken aangepast, om de operatie voor de mama wat draaglijker te maken. Zo laten veel ziekenhuizen huid-op-huidcontact toe net na de geboorte van het kindje, om binding en borstvoeding te stimuleren. Soms mogen de baby's zelfs mee naar de recovery-afdeling. Dat mocht tot voor kort niet. Gescheiden worden van je kindje en partner op zo'n moment is echt niet aangenaam.